Witte Molen
Op 12 april 1696 werd een overeenkomst gesloten tusen Pieter Verbraeken en Dominicus Collier enerzijds en Jacoba van der Haeghen, abdis van de Roosenbergabdij te Waasmunster anderzijds, om op het perceel den Steenacker een "achtcantten oliewintmeulen" op te richten. De abdis had zich eerst tegen deze oprichting verzet, omdat ze schade vreesde aan haar "plantagie van boomen ende vruchten". Het akkoord leidde tot een effectieve oprichting van de molen. In een akte van 20.O7.1697 lezen we dat dezelfde Dominicus Collier de helft van een perceel verkocht aan Pieter Verbraeken, waar een "achtcante holantschen oliewintmeulen" was gebouwd.
Oorspronkelijk betrof het dus een oliemolen. Rond 1850 werd hij omgebouwd tot graanmolen. Waarschijnlijk werd de molen op dat ogenblik een meter hoger opgemetseld. Ook de as werd met een las verlengd. In 1936 werd de molen verdekkerd. In een bijgebouw werkte een mechanische maalderij, o.m. met een stoommachine.
In 1981-1982 werd de molen volledig hersteld, naar een ontwerp van architect Fernand Weyers uit Sint-Niklaas.
Kort daarop overkwam de molen een ramp. Het elektrisch gelast verdekkerd gevlucht was tijdens een stormnacht in november 1983 gaan draaien. De gietijzeren askop brak af en de binnenroede viel naar beneden. De buitenroede bleef tegen de kap overeind staan. Door een begin van brand werd het vangwiel licht beschadigd. De staande as werd onder de vroeger gelegde as afgewrongen. De schade werd gelukkig in 1985 hersteld. Toch is de molen niet zonder problemen. De muren zijn erg inwaterend gemetseld, zodat er grote vochtproblemen opdoken.
Gelukkig is de eigenaar, de Stad Sint-Niklaas, voldoende bekommerd voor de laatste windmolen op zijn grondgebied: de romp werd opnieuw aangepakt en de vroegere verdekkerde roeden worden vervangen door verbusselde roeden met remkleppen. Het molentechnisch werk werd uitgevoerd door molenmaker Adriaens Molenbouw Weert, onder leiding van architecte Sabine Okkerse uit Horebeke. De restauratie kostte 374.000 euro. Met de plaatsing van een dakgoot aan de rand van de kap en een aangepaste behandeling van de witte gevel zijn maatregelen genomen om de groenuitslag te verminderen. Op 9 december 2005 gebeurde de voorlopige oplevering en op 29 april 2006 werd de gerestaureerde molen feestelijk geopend. De vrijwillige molenaars Marc De Rudder, Alex Hosdez en Cyriel Aper kunnen dus weer aan de slag.
De kap kruit op een ijzeren paternosterring en het verbusselde en geklinknagelde gevlucht is 25 meter lang. De molen is uitgerust met twee natuursteenkoppels.